Oorsprong

Rebalancing is onder begeleiding van de spirituele meester Osho in de jaren 70 van de vorige eeuw ontwikkeld uit verschillende inspirerende technieken.

Ze reflecteren allemaal dezelfde theorie namelijk: ‘dat wat we vast houden in ons lichaam, houden we ook vast in onze geest’!

Een aantal basisgedachten van Rebalancing vinden hun oorsprong in de jaren 30 van de vorige eeuw. Eén van de mensen in de kring rondom Freud, Wilhelm Reich (1897-1957), schreef als eerste over karakterpantsers in het lichaam: het spierstelsel dat mentale en emotionele functies en disfuncties uitdrukt. Daarna volgden o.a. Alexander Lowen met ‘bio-energetica’, Ida Rolf met ‘structural integration’, Moshe Feldenkrais met ‘functional integration’, Milton Trager met ‘psycho-physical integration’.

Technieken

Ieder mens is uniek en heeft zijn eigen proces, waardoor bij iedereen weer wat anders werkt en andere technieken helpen je uit te nodigen en uit te dagen. Rebalancing onderscheidt zich daarmee van andere technieken die vaak werken volgens een vaststaand systeem en een vaste volgorde in sessies. Er zijn verschillende benaderingen van invloed geweest op het Rebalancing werk. We noemen een paar belangrijke invloeden:

Trager

Milton Trager stelde telkens de vragen: ‘Hoe kan de beweging lichter, vrijer en gemakkelijker?’ Deze techniek bestaat uit rollende, dynamische bewegingen, die met name voor gewrichtsontspanning en ruimte zorgen. Het wordt ook wel omschreven als psycho-fysieke educatie. Wat betekent het opnieuw leren bewegen vanuit lichtheid, vrijheid en gemak.

Feldenkrais

Moshe Feldenkrais had als uitgangspunt: ‘Als je weet wat je doet, kun je doen wat je wilt.’ Deze techniek gaat over bewustzijn brengen in de beweging. Door je uit te nodigen in kleine bewegingen word je bewust van spanningspatronen. Als deze gewoontepatronen wegvallen, komt de natuurlijkheid van het lichaam weer tevoorschijn.

Rolfing en Myofascial Energetisch Release

Ida Rolf onderzocht hoe de structuur van het lichaam losser kan worden zodat de bewegingen verbeteren. Deze techniek nodigt de natuurlijke houding van het lichaam uit met diep werk. Het bindweefsel wordt gestrekt zodat de opgeslagen spanningen – die daar verzameld zijn door fysieke en psychische trauma’s – tevoorschijn komen en weer losgelaten kunnen worden. Bij diepe weefselmassage wordt voornamelijk gewerkt op de fascia (bindweefsel). De conditie van de fascia is bepalend voor onze gezondheid. De fascia kan worden voorgesteld als een groot vlies dat alle onderdelen in ons lichaam verbindt.

Dit complexe vliessysteem omhult alle zenuwen, vaten, organen, botten, spieren en pezen. Het biedt niet alleen steun, maar scheidt en verbindt de verschillende lichaamsdelen ook.

Dit vliessysteem is erg beweeglijk en elastisch en vanwege de gelachtige consistentie vatbaar voor verandering.

Cranio

Dr. William Sutherland en later ook Dr. John Upledger hebben hun werkwijze gebaseerd op de wetenschappelijke ontdekking dat het centraal zenuwstelsel binnen de Dura Mater op een ritmische wijze beweegt. Door het ritme te volgen en te luisteren middels het toepassen van subtiele en zachte aanraking, kan het lichaam op diep niveau ontspannen en kunnen verstoringen als vanzelf oplossen. Hiermee ontstaat er weer ruimte waardoor het weefsel zijn taak weer maximaal kan uitvoeren.

Zelfonderzoek

Naast het functionele lichaamswerk, die in de technieken zijn beschreven, werken we met Zelfonderzoek. Het is een verbale methode die we toepassen om, in combinatie met lichaamswerk, dieper te leren voelen en ervaren in je lichaam. Het is een onderzoek waarbij je thema’s of gevoelens die zich aandienen stapsgewijs bekijkt.